|
||||||||
|
Deze mid-dertiger uit de buurt van Chicago is in zijn kinderjaren kennelijk in een ketel 'New Orleans-muziek' gevallen. Tenminste, dat is de indruk die je hebt, als je zijn volwaardige platen beluistert: je zou zweren dat hij door Dr. John en The Meters werd opgevoed. Hij was ooit lid van de band van Mud Morganfield, kreeg hulp en bijstand van Derek Trucks en rijgt in vakbladen de lovende kritieken aan elkaar. Deze toetsenman, die dan ook vele genres aankan stond vorig jaar op het grote podium van Blues Peer en was voor velen de verrassing van deze editie. Niet gezien, geen probleem want eind dit jaar is hij terug in Gent. Neal Francis' "Return to Zero" is een weelderige, groovende odyssee die rock, funk en disco uit de jaren 70 naadloos combineert tot een geluid dat zowel tijdloos als direct aanvoelt. Zijn meest ambitieuze werk tot nu toe. Het album, werd live in de studio opgenomen met zijn tourband, trouw aan zijn diepe liefde voor analoge opnames. Op deze elf nummers tellende plaat gebruikt Francis nostalgische stijlfiguren om ze vervolgens om te toveren tot glinsterende voorbeelden van moderne funkfusion. Deze wendingen verfrissend noemen zou een onderschatting zijn van de complexe individualiteit die uit "Return To Zero" spreekt. Francis' genuanceerde aanpak om je sonische horizon te verbreden geeft het album het soort honger dat gewoonlijk is voorbehouden aan debuutalbums. Toch lijkt Francis een nieuw niveau van zelfvertrouwen te hebben bereikt sinds we voor het laatst van hem hoorden. Met vleugjes nostalgie van Francis eerdere releases en een verzameling verbluffende vocale prestaties, verschuift "Return to Zero" meer naar fantasierijke songwriting en funky visies op zijn toekomstige geluid. Het resultaat is dan ook een warme, organische plaat geworden die energiek pulseert en nooit overgeproduceerd of overdreven gepolijst aanvoelt. Van de overtuigende, met funk doorspekte opener "Need You Again" tot de wazige, filmische afsluiter "Return to Zero", bewijst Francis opnieuw dat hij een meester is in het creëren van soulvolle, ritmegedreven rock met een vintage hart en een moderne bite. De kern van "Return to Zero" wordt gevormd door de onweerstaanbare fusie van funk en rock, met als hoogtepunt nummers als "Don't Wait", dat leunt op meeslepende strijkers, krachtige pianoakkoorden en een baslijn die bijna pronkt. Ondertussen neemt "Broken Glass", het middelpunt van het album, een duistere wending en combineert hypnotiserende gitaarriffs, filmische pianoloopjes en Francis' falsetto. Met achtergrondzang van Say She She, ontstond het nummer uit een jamsessie met Michael Shuman van Queens of the Stone Age en legt het de rauwe spontaniteit vast die het album kenmerkt. "Can't Get Enough" flirt eveneens met disco, waarbij de minimalistische baslijn en wervelende synthtexturen het een van de meest dansvloerwaardige momenten van de plaat maken en is dan wel een hoogtepunt op deze plaat. Francis breidt zijn sonische palet ook uit buiten funk en disco. Hij waagt zich op "Back It Up", met een strak, overtuigend refrein en rijke synthtexturen, aan blue-eyed soul, en verkent folk-getinte indierock op "What's Left of Me", een aangrijpende reflectie op het leven on the road. Hoewel het een meer rechttoe rechtaan, melodieuze structuur heeft, is het nog steeds doordrenkt met de kenmerkende warmte van het album, versterkt door lagen achtergrondzang en een pianogedreven climax die het boven de standaard singer-songwriter genre uittilt. Nummers als "150 More Times" omarmen een barroom bluesesthetiek, terwijl "Dance Through Life" het gladde zelfvertrouwen van de jaren 70 kanaliseert met glinsterende synths en een gevoel van moeiteloze coolheid. Gedurende "Return to Zero" slaagt Francis erin om met één voet in het verleden te blijven staan, terwijl hij zijn sound vooruitstuwt en genre-overschrijdende experimenten omarmt zonder zijn talent voor melodie en groove te verliezen. "Dirty Little Secret" valt op als een rechttoe rechtaan indierockanthem, verheven door funk-geïnspireerd synthwerk en een samenspel van mannelijke en vrouwelijke vocalen, wat het een verleidelijke, pronkende energie geeft. Als ik een ander hoogtepunt wil vermelden is het misschien wel dit nummer, Francis versmelt hier, zeg maar, zijn sentimentele songwriting met buitenaards aandoende synths en buitenaardse strijkerssecties. Dit is waar de artiest inderdaad goud vindt op zijn nieuwste release. "Already Gone" hanteert een meer gepolijste, radioklare aanpak, met knipogen naar Toto en Robert Palmer, terwijl de korte maar speelse titeltrack dient als een passende, onconventionele finale, waarbij de gelaagde synth- en pianopartijen wegsterven alsof het album terugdraait naar zijn oorsprong. Met "Return to Zero" heeft Neal Francis een plaat gemaakt die evenveel om gevoel als om compositie draait, een album dat luisteraars uitnodigt om te verdwalen in de grooves, de wervelende melodieën en de schaamteloze omarming van vintage esthetiek. Het is een zelfverzekerde, sonisch rijke uiting van een artiest die zich blijft ontwikkelen en tegelijkertijd trouw blijft aan de elementen die zijn muziek zo bedwelmend maken. Of hij nu Curtis Mayfield, George Clinton of artiesten uit de late jaren 70 imiteert, Francis verliest nooit zijn identiteit en levert een verzameling nummers af die moeiteloos cool en uiterst plezierig aanvoelen.
|